preheader-website
header-website1

Patiëntenprofiel van patiënten behandeld met hoge-dosis hypoallergene pollen SCIT in de dagelijkse praktijk in Duitsland

Uit een analyse van de demografische data van twee post-marketing studies rond subcutane immunotherapie (SCIT) met hoge-dosis hypoallergene pollen SCIT in Duitsland blijkt dat de typische patiënt die deze behandeling krijgt rond de dertig jaar oud is, gevoelig is voor één groep allergenen en al gedurende vier jaar last heeft van allergische rhinitis en conjunctivitis.
Pollenallergie is het meest prevalente IgE-gemedieerde type allergie in Duitsland. Zo geeft 86% van de Duitse allergische patiënten aan allergisch te reageren op pollen.

Allergeenspecifieke immunotherapie (SIT) is de enige causale behandelingsoptie voor IgE- gemedieerde allergieën. Toch wordt slechts 20% van de allergische patiënten in Duitsland behandeld met SIT. SCIT is de meest gebruikte vorm van SIT in Duitsland en momenteel worden meer dan 1 miljoen patiënten behandeld met hoge-dosis hypoallergene pollen SCIT van Allergopharma. In de gepresenteerde studie analyseerde men de demografische data van twee post-marketing studies die de effectiviteit en veiligheid van SCIT met hoge-dosis hypoallergene pollen evalueerden. Deze data omvatten ondermeer het geslacht, de leeftijd en het gevoeligheidsprofiel van de patiënten, naast informatie over de ernst en de duur van de symptomen en het gebruik van co-medicatie. Tenslotte werd van alle personen in de studies gevraagd om hun eigen conditie te scoren op een schaal van 10. In beide studies bleek SCIT met hoge-dosis hypoallergene pollen erg effectief met relevante verbeteringen in de conditiescore van 2 of meer punten bij respectievelijk 81% en 86% van de patiënten.

In totaal werden data van 4.981 patiënten geëvalueerd. Vijfenvijftig procent van de personen in de analyse was vrouwelijk en de mediane leeftijd van de studiepopulatie bedroeg 30 jaar (tussen 4 en 79 jaar). Daarnaast bleek dat meer dan de helft van de patiënten gevoelig was voor slechts één groep allergenen. Het grootste aantal patiënten bleek gevoelig voor graspollen (68%), gevolgd door boompollen (61%) en onkruid (21%). Zesennegentig procent van de personen had last van allergische rhinitis, 84% had conjunctivitis en 32% leed aan asthma. De mediane duur van de ziekte bedroeg 3 jaar voor asthma en 4 jaar voor allergische rhinitis en conjunctivitis. Eénentachtig procent van de personen in de studie nam antihistamines, 41% kreeg corticosteroïden, 19% nam bèta-sympaticomimetica en 31% kreeg mestcelstabiliserende middelen toegediend. Als patiënten gevraagd werd om hun algemene conditie te scoren gedurende het voorafgaande pollenseizoen bedroeg de mediane score 7. Vierentachtig procent rapporteerde een score van 6 of slechter.

Samengevat is de typische patiënt die in Duitsland een SCIT behandeling met hoge-dosis hypoallergene pollen ondergaat rond de dertig jaar oud, is hij of zij gevoelig voor 1 type allergenen, heeft hij of zij reeds 4 jaar last van allergische rhinitis en conjunctivitis, gebruikt hij of zij antihistaminica en geeft hij of zij zichzelf een score van 7 op 10 voor zijn of haar algemene conditie.

Referentie

S. Mussler, M. Tebanek, S. Thum-Oltmer. Profile of patients treated with high-dose hypoallergenic pollen SCIT in the daily practice in Germany. Presented at EAACI-WAO 2013, Abstract 1526.

Spreker Suzanne Thum-Oltmer

Thum-Oltmer

Suzanne Thum-Oltmer, PhD,
Allergopharma GmbH & Co. KG, Reinbek, Germany

 

Zie: Keyslides

Back to Top