preheader-website
header-website1

Kinderen hebben twaalf maal meer kans op ernstige astma-exacerbaties als ze ook rhinitis hebben

Kinderen met asthma en rhinitis hebben twaalf maal meer kans op het ontwikkelen van ernstige astma-exacerbaties dan kinderen die enkel asthma hebben, zo blijkt uit een Britse longitudinale studie met meer dan duizend kinderen. Daarnaast hebben kinderen met asthma en rhinitis 2,5 maal meer kans op een frequente piepende ademhaling en nachtelijk ontwaken dan kinderen die enkel asthma hadden. Deze kinderen hebben bovendien meer hyperreactieve en ontstoken luchtwegen.

Er bestaat een tekort aan informatie over het effect van rhinitis op de ernst van asthma bij kinderen. In deze context onderzocht men in de Manchester Asthma and Allergy Study de associatie tussen rhinitis en de ernst van asthma vanaf de vroege kinderleeftijd tot een leeftijd van de kinderen van 11 jaar. Kinderen in de studie werden prenataal gerecruteerd en prospectief opgevolgd met een klinische opvolging op de leeftijd van 3, 5, 8 en 11 jaar. Een gevalideerde vragenlijst werd gebruikt om de symptomen die gerapporteerd werden door de ouders te inventariseren (N = 1.051). Rhinitis werd gedefinieerd als niezen, of een lopende of geblokkeerde neus in de afwezigheid van een verkoudheid gedurende de laatste 12 maanden. Een kind had asthma als tenminste twee van de drie volgende vragen positief werden beantwoord: 1) heeft uw kind momenteel een piepende ademhaling, 2) heeft een arts asthma vastgesteld bij uw kind? En: 3) gebruikt uw kind medicatie tegen asthma? Daarnaast bepaalde men de specifieke luchtwegresistentie (sRaw) door middel van plethysmografie en de FEV1 door middel van spirometrie. Tenslotte verzamelde men informatie over voorgeschreven medicatie en ernstige astma-exacerbaties (volgens de ATS-definitie).

In totaal hadden 356 kinderen op een bepaald moment in de studie asthma, waarvan er 198 ook rhinitis hadden. Een univariate analyse bij de asthmatische kinderen toonde aan dat rhinitis een significante voorspeller is voor het ontwikkelen van ernstige of zorgbarende asthmatische symptomen. Uit de multivariate modellen bleek verder dat asthmatische kinderen met rhinitis significant meer kans hebben op frequente asthma-exacerbaties dan kinderen zonder rhinitis (Unadjusted OR [955 BI]: 12,00 [2,12-67-92]; p = 0,005). Daarnaast hadden deze kinderen ook significant meer kans op frequente episodes van piepende ademhaling (> 4 aanvallen in 12 maanden; OR [95% BI]: 2,46 [1.60-3.77], p < 0.001), en nachtelijk ontwaken (> 1 keer per week; OR [95% BI]: 2.35 [1.39-3.85], p = 0.002). Tenslotte hadden kinderen met asthma en rhinitis meer last van hyperreactieve (OR [95% BI]: -0,82 [-1,41 tot -0,22]; p = 0,008) en ontstoken luchtwegen (OR [95% BI]: 0,39 [0,18-0,59], p < 0,001). Indien men in de analyse corrigeerde voor het gebruik van intranasale corticosteroïden daalde het effect van rhinitis op de asthma-exacerbaties weliswaar, maar dit had geen invloed op andere markers voor de ernst van de asthma.

Referentie

M. Deliu, D. Belgrave, A. Semic-Jusufagic. Longitudinal analysis of the impact of rhinitis on asthma severity during childhood: a population-based birth cohort study. Presented at EAACI-WAO 2013, abstract 1834.

Spreker Monica Deliu

Deliu

Monica Deliu, MD, PhD,
University of Manchester, Manchester, United Kingdom

 

Zie: Keyslides

Back to Top