EAACI publiceert de eerste Europese richtlijn voor voedselallergie en anafylaxie
Tijdens EAACI-WAO 2013 presenteerde men de Food Allergy and Anaphylaxis Guidelines, de eerste klinische gids voor de preventie en behandeling van voedselallergieën en ernstige (potentieel fatale) allergische reacties. Deze richtlijnen zijn niet enkel gericht op artsen en patiënten, maar willen zich ook richten op scholen, de gemeenschap, de voedingsindustrie en zorgverzekeraars.
Momenteel hebben 17 miljoen Europeanen en 1 op vier schoolkinderen een bepaalde vorm van voedselallergie. Perzikken en abrikozen zijn verantwoordelijk voor een groot aantal gevallen van allergie in Italië en Spanje, terwijl pruimen een probleem zijn in het Verenigd Koninkrijk en selderij en venkel meer slachtoffers maken in Zwitserland en Nederland. In continentaal Europa zijn vers fruit en groenten verantwoordelijk voor het grootste deel van de voedselallergieën terwijl Anglo-Saksische landen meer geconfronteerd worden met allergie tegen walnoten, hazelnoten en pindanoten. In Scandinavische landen observeert men dan weer meer gevallen van allergie tegen schelpdieren en vis, voornamelijk kabeljauw. Verder toont onderzoek aan dat het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van (vaak levensbedreigende) anafylaxie in de afgelopen 10 jaar verzevenvoudigd zijn (zie ook Tabel).
Tabel. Geschatte incidentie van voedselallergie in Europa. | ||
EU Countries | population (in millions) | Food Allergy Occurence |
Denemarken | 5,4 | 1,6% (86.000) |
UK | 60,9 | 2% (1.200.000) |
Griekenland | 11 | 2% (220.000) |
Polen | 38,2 | 2,5% (950.000) |
Nederland | 16,3 | 2,5% (407.000) |
Spanje | 44,5 | 3% (1.330.000) |
Zwitserland | 7,5 | 3% (225.000) |
Italië | 60,3 | 3,5% (2.100.000) |
Duitsland | 82,6 | 3,5% (2.900.000) |
Frankrijk | 63,2 | 3,5% (2.200.000) |
Ondanks deze verontrustende data bestond er tot op heden geen Europese, klinische, evidence-based richtlijn rond voedselallergie. De gepresenteerde richtlijnen zijn gebaseerd op zeven systematische literatuurreviews met betrekking tot voedselallergie en anafylaxie en richten zich op een betere diagnose en behandeling van voedselallergie en anafylaxie, de preventie van neveneffecten en een betere levenskwaliteit voor patiënten.
De werkgroep achter de nieuwe richtlijn werd opgericht door Antonella Muraro, Secretaris-generaal van de EAACI en hoofd van het voedselallergiecentrum in het algemeen universitair ziekenhuis van Padua. Professor Muraro geeft aan dat artsen, patiënten, ouders, scholen, de gemeenschap, de overheden en de industrie samen moeten werken om de groeiende prevalentie van voedselallergie tegen te gaan. Dit vormde de rationale voor het opstellen van de eerste officiële richtlijnen met ‘best practices’ voor de diagnose en behandeling van voedselallergieën. Hierbij worden alle verschillende aspecten in acht genomen waaronder levenskwaliteit, patiënteneducatie, diagnostische en therapeutische modaliteiten, voedselproductie, medische terugbetaling en beleidsvorming
Een overzicht van de nieuwe richtlijnen kan gevonden worden in het PDF-bestand bij dit artikel.
Referentie
Zie website EAACI: www.eaaci.org
http://www.eaaci.org/resources/food-allergy-a-anaphylaxis-public-declaration.html
http://www.eaaci.org/resources/food-allergy-and-anapyhlaxis-guidelines.html